
Recent had ik in het Maagdenhuis in Amsterdam een ontmoeting met Rudy Vandamme, Ph.D. social psychology.
Rudy is zelfstandig onderzoeker en methodiek-ontwikkelaar, en promoveerde op een interessant onderzoek: “De hbo-docent en zijn identiteit”. Met de mooie ondertitel “Jezelf boetseren in je beroepsrol”.
Hij heeft daarbij de waarde van de theorie van het dialogische zelf heel praktisch toegepast met het Persoonlijk Positie Repertoire (PPR). Zo bleek hij in staat om de identiteitsontwikkeling in beeld te brengen. In het onderwijs gebeurt momenteel heel veel. Hoogste tijd om met Rudy de huidige stand van zaken vanuit die dialogische benadering te bespreken.
De DST in het onderwijs
In een reeks gesprekken interviewen wij personen die binnen het onderwijs werken vanuit de Dialogical Self Theory (DST). We praten over de begeleiding en ontwikkeling van docenten en de specifieke rol en kracht die de benadering vanuit het dialogische zelf biedt voor hun professionele en persoonlijke ontwikkeling. Deze keer ontmoet Bert Holman sociaal-psycholoog Rudy Vandamme, die promoveerde op “De hbo-docent en zijn identiteit”.
“Geen interview maar dialoog”
Natuurlijk goed voorbereid (23 vragen en 7 stellingen voor Rudy geformuleerd) besluit ik de interviewvorm helemaal niet in te zetten, maar de ontmoeting logisch dialogisch aan te gaan. Een prettig gesprek ontvouwt zich waarbij we samen ideeën, zienswijzen en idealen uitwisselen.
“Jezelf boetseren in je beroepsrol”
De zienswijze op het dialogische zelf en het Persoonlijk Positie Repertoire (PPR) – het instrument waarmee de dynamiek en de diversiteit binnen het dialogische zelf snel bewust en zichtbaar gemaakt kan worden – heeft Rudy veelvuldig toegepast om te onderzoeken hoe hbo-docenten hun identiteit boetseren. Hoe ze in hun rol zichzelf kunnen zijn. Een mooie zienswijze.
“Het gaat allemaal om relaties en verhoudingen. Verhoudingen met personen en zaken buiten jezelf, en ook met de verschillende delen binnenin jezelf”.
Rudy benadrukt regelmatig in het gesprek het belang van het bewustzijn van hoe je je verhoudt tot iets en jezelf. En hoe je daar eigenaarschap over neemt en sturing aan geeft. Hoe je zelf de regie neemt. Die relationele definitie van identiteit is iets wat Rudy omarmt.
“Het dialogische zelf zorgt voor het betrekken van de stakeholder-dimensie. Het besef dat betrokkenheid met mensen en dingen buiten jezelf maakt dat je je eigen identiteit continu aan het vormgeven bent”.
Hoewel er soms wel eens minachtend over instrumenten gesproken wordt ziet Rudy de PPR als een mooi en behulpzaam instrument. Een soort verleidingsinstrument om het dialogische zelf te onderzoeken.
“Het is van groot belang om docenten te helpen via het dialogische zelf hun eigen identiteit in beeld te brengen. Het helpt ze om te communiceren over identiteit, gevoelens, en motivaties, en vanuit die eigen ervaring zijn ze ook beter in staat om hun studenten daarbij te ondersteunen”.
Hoe mooi zou het zijn om naast docenten ook studenten of jongeren in het algemeen te begeleiden eigenaarschap te nemen over hun eigen identiteitsontwikkeling?
“Het beschouwen van de identiteit als een dynamisch dialogisch zelf biedt ook voordelen bij actuele ontwikkelingen op het gebied van zelfsturende teams. En specifiek bijvoorbeeld bij de functioneringsgesprekken in teamverband (FIT). Als die plaatvinden op identiteitsniveau levert dat een enorme vergroting van wederzijds begrip en betrokkenheid op. En het heeft een positieve impact op verdere persoonlijke en professionele ontwikkeling”.
“Vernieuwing in het onderwijs: De docent van de toekomst heeft een meerstemmige identiteit nodig”
“De drijfveer voor mijn promotieonderzoek was het creëren van vernieuwing in het onderwijs. Onderwijs waarbinnen de dialoog en identiteitsontwikkeling een prominente rol spelen.
Dat wordt steeds belangrijker gezien ontwikkelingen van de rol van de docent, die een steeds meer hybride-vorm aanneemt. Hij wordt geacht naast expert ook de rol van coach te spelen, van studieloopbaanbegeleider, van mentor, van onderzoeker, en zo meer. Jezelf zo boetseren maakt dat je je beroepsrol kan personaliseren. Je eigen kan maken. En de student heeft bovendien het recht om zich op zijn eigen wijze te verhouden tot een bepaald kennisgebied.
“De PPR is daarbij een mooie manier om het bewustzijn te activeren en betrokkenheid te bevragen en in te bedden. Om te helpen de dialogische capaciteit en het dialogisch leren kijken naar zichzelf en anderen te ontwikkelen. Dit zou eigenlijk voor iedere docent en student standaard in het curriculum opgenomen moeten zijn. En daarmee maken we professionele ontwikkeling onderdeel van persoonlijke ontwikkeling; in plaats van andersom. Eérst mens, en dan pas rol”.
“Ma”
Vanuit de in Nederland ontwikkelde dialogische zelf theorie (prof. dr. H. Hermans) maakt mijn Belgische gesprekspartner een sprong naar Japan. “Ma” is het woord dat die brug slaat. Het komt uit de wereld van de aikido en betekent zoiets als (tussen)ruimte.
“Het dialogische zelf is als het ware optioneel. Het biedt alle ruimte voor verschillende opties en standpunten.
Waar is de tussenruimte als je dialogisch kijkt naar je verhouding met de buitenwereld. En binnen in jezelf? En waar is die (tussen)ruimte in het onderwijs? Dat vereist mogelijk een geheel nieuw paradigma. Durven we ruimte te geven aan iets waarvan we vooraf niet weten wat ervan kan worden? Durven we het effectiviteits en efficiëntie denken soms ook los te laten ten gunste van verrassingen, innovatie en ontwikkeling?”
Hoe verhoud jij jezelf eigenlijk tot het onderwijs?
“Ik geloof in jongeren. In het opleiden van de volgende generatie. Dat is onze verantwoordelijkheid. De docent van de toekomst heeft daarvoor een meerstemmige identiteit nodig. Het gaat niet alleen om het leren van een lesje. Wie wil je zijn? Wat wil je betekenen?
Het is een appèl; een opdracht die ik ervaar.
Jane Danielewitz zei daarover ook al:
”Being a teacher is not a matter of simply adopting a role but rather involves the construction of an identity as a teacher”